Een maand droog brood

Hij is het inmiddels wel van jou gewend.
Wanneer hij een tip van jou niet opvolgde, dan schoof hij volgens jou alle tips terzijde. Ging hij niet in op jouw netwerkadvies, dan zag hij volgens jou het nut niet in van netwerken. Dit keer werkte hij niet mee aan activiteiten, die zouden leiden tot arbeidsinschakeling. Maar, als dát het geval zou zijn geweest, dan was hij helemaal nooit begonnen aan de proefplaatsing bij Business Post …

Je moest deze keer wel een punt hebben, want iemand zijn volledige inkomen innemen voor een maand, dat doe je niet zomaar. Je baseerde je beschuldiging op zijn niet-verschijnen op een evaluatiegesprek. Hij zou volgens jou niets voelen voor een 3-gesprek. Dat is echter weer zo’n algemene stelling, waarbij de vlag niet helemaal de lading dekt. Het ging hem meer om het doel en de setting van dit gesprek, dat had hij jou al lang verteld.

“iemand zijn volledige inkomen innemen voor een maand,
dat doe je niet zomaar!

 

Aanschuiven bij de werkleider van Business Post, Jan Hermens, zou de indruk hebben gewekt, dat er een open en eerlijk gesprek aan de basis van zijn ontslag zou hebben gelegen. Niets was echter minder waar. Klachten van een leidinggevende deden Jan besluiten abrupt een einde te maken aan de proefplaatsing. Nagaan of de klacht gegrond was, vond Jan zonde van de tijd. Een toelichting op het besluit wilde Jan niet geven. Voor verdere informatie verwees Jan hem door naar zijn participatiecoach, naar jou dus. Veronderstellen, dat Jan in het evaluatiegesprek op zijn besluit zou terugkomen of dan opeens wel open zou staan voor zijn verhaal, nee, zo naïef was hij niet.

Het gesprek was mosterd na de maaltijd. Een rechtszaak begint ook niet met de uitspraak. Jan zou zijn besluit vooral proberen te rechtvaardigen. De vragen die normaal gesproken tijdens een evaluatie voorbij komen, zoals: wat is er gedaan?, wat ging er goed?, wat kan beter? en hoe gaan we verder? waren óf reeds beantwoord óf niet meer relevant.

Als je met een dergelijke maatregel komt, dan zou je verwachten dat je zelf als coach er alles aan hebt gedaan om het te voorkomen. “Alles is te voorkomen”, snauwde je terug, toen hij het je voorhield. Je had bijvoorbeeld in kunnen gaan op zijn vragen, toen hij je belde om te informeren naar de bedoeling van het gesprek. Had je hem maar enigszins het idee gegeven, dat het gesprek open en eerlijk zou verlopen, hij was erbij aanwezig geweest. Je liet echter weten dat het gesprek vooral voor jóu van belang was, om erachter te komen hoe het verder moest. Wat zijn belang zou zijn, daar gaf jij geen antwoord op. Je ging verder nergens inhoudelijk op in. Je benadrukte nog maar eens, dat het gesprek niet vrijblijvend was. Niet meewerken zou gevolgen hebben voor zijn uitkering.

Het is spijtig voor jou, als participatiecoach, dat je hem geen feedback hebt kunnen geven over zijn werknemersvaardigheden, die verbetering behoeven. Iemand met meer dan 20 jaar ervaring in loondienst moet van jou toch horen welke vaardigheden hij allemaal mist. Hij heeft tenslotte geen flauw idee, wat van een werknemer wordt verwacht. Krijg je daarvoor niet de gelegenheid, dan neem je maatregelen. Uiteindelijk gaat het niet om zijn zelfvertrouwen, maar om jouw tips, jouw netwerkadviezen en jouw feedback. Zonder dát, wordt het helemaal niets. Wie niet horen wil, die moet maar voelen. Je beloont hem met een maand 100% korten op zijn uitkering, omdat hij zich vijf weken heeft ingezet voor Business Post zonder een cent salaris! Een participatiecoach laat niet met zich sollen!

Uiteindelijk gaat het niet om zijn zelfvertrouwen, maar om jouw tips, jouw netwerkadviezen en jouw feedback.”

 

Fragment uit de beschikking

Eén antwoord op “Een maand droog brood”

  1. Ik ben oprecht met stomheid geslagen. Ik opper wel eens gekscherend dat mensen in Nederland, die (bijstands) uitkering ontvangen, altijd schuldig zijn, veroordeeld worden en daarna pas hun onschuld mogen bewijzen. Op eigen kosten. Maar dat gekscherende laat ik nu weg. Ook ik heb mensen, als ingehuurde coach, moeten beoordelen, wat in feite veroordelen was. Iemand die op Schiphol als bewaker aan het werk (moest) kon. Maar al in een vroeg stadium aangaf dat het OV, waar hij mee reist, hem niet om 05:30 uur vanuit Den Haag op Schiphol bracht. Hij zat tegenover me en moest me dat uitleggen. Na 2 minuten vroeg ik hem of hij moeite had met vroeg beginnen. Dat had hij niet, zijn laatste baan was een kassenbouwer in het Westland. Daar begon hij om 06:00 uur en ging er heen per fiets. Hij kwam zelf met de baan als taxibus chauffeur voor speciaal onderwijs. Hij had daar ervaring mee, in de functie als conciërge op een school voor dove en slechthorende kinderen. Ik moedige hem aan om daar te solliciteren. Het was mijn laatste klant voor de opdrachtgever, want zelfs die oplossing was niet de juiste. De opdrachtgever had zo zijn eigen afspraken om mensen bij zuster bedrijven onder te brengen. Het taxi bedrijf hoorde daar niet bij. Wel reageerde hiervan een manager pijlsnel, door de man buiten alles om een contract aan te bieden. En zo ontliep ook de cliënt een strafkorting op zijn uitkering. Nog verleden week toeterde een taxibusje naar me en ik zag een glimlachende geluksvogel. Doorvragen was en is hier de rode draad. Mijn motivatie als coach is dat er altijd een oplossing is, vooral als je even een half uurtje de tijd neemt. Had dat half uurtje oprecht luisteren in het voorbeeld de zaak tot een oplossing gebracht? Ik blijf geloven van wel. Al moet er nog twee half uurtjes bijkomen. Het is potdomme mijn werk….ik wordt ervoor betaald om mensen te helpen. Mag dat niet, dan help ik mezelf en ben weg.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *