Mark Rutte liet er zijn ergernis nog over blijken. De minister-president kon er geen begrip voor opbrengen, dat mensen met een uitkering ‘ook nog eens’ vakantiegeld kregen …
Hij was helemaal niet van plan zich in de mening van Mark Rutte te verdiepen. Maar doordat hij deze maand een gedeelte van zijn inkomsten zelf heeft kunnen verdienen, was hij min of meer verplicht in deze materie te duiken. Hij hield namelijk onder de streep ruim 60 EUR netto minder over, vergeleken met een maand zonder eigen inkomsten. Hij wilde perse weten, wat daar de oorzaak van was. Erg motiverend vond hij deze constatering niet.
Hij deed navraag bij de dame van de administratie. Zij weet het verschil aan de vakantietoeslag, die op de uitkering in mindering werd gebracht. Erg concreet en helder was haar uitleg niet. Dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen de vakantietoeslag van een werkgever en het vakantiegeld van de uitkering, dat vertelde ze hem niet.
Zoals het woord toeslag al zegt: het is een extra bedrag ergens bovenop. Als je een treinkaartje koopt voor een hogesnelheidstrein, dan moet je daarvoor een toeslag betalen. Naast het standaard tarief betaal je een extra bedrag, voor een extra service, een hogere snelheid in dit geval. Zo werkt de vakantietoeslag bij een werkgever. Bovenop het salaris komt een extra geldbedrag van 8%, dat in een apart potje wordt gestopt. Dat potje heet: reservering vakantiegeld. Dit potje wordt in mei uitgekeerd, de maand voordat voor veel mensen de vakantie aanbreekt.
Bij een uitkering is een zelfde potje in het leven geroepen. Alleen is de term toeslag hier niet van toepassing, want het geld voor dit potje wordt van de uitkering ingehouden en in dit potje gestopt. Het is geen extraatje. Door de uitkeringsinstantie wordt een bedrag gespaard. Niet meer en niet minder. Dit gespaarde bedrag wordt later uitgekeerd. Sommigen noemen het een sigaar uit eigen doos. Omdat het in een eerder stadium van de inkomsten is ingehouden.
Dat Mark Rutte zich erover kon opwinden, is dus niet helemaal terecht. Je kunt het idee hebben dat mensen met een uitkering geen vakantie nodig hebben. Zij hebben immers toch niet gewerkt, is vaak de achterliggende gedachte. Maar onze eigen minister president moet zich toch ook realiseren, dat dit geld in een eerder stadium in mindering is gebracht. Dat de gemeente alleen maar spaart voor de uitkeringsgerechtigde. Zelfs dát is hem blijkbaar teveel. Ook niet zo vreemd, voor iemand die, als hij de macht had, zelfs op het toetje bij de voedselbank zou bezuinigen.