De maatregel om de uitkering voor een maand volledig te korten, wordt ingetrokken. Het gebeurt echter niet van harte en op een manier, die kenmerkend is voor de houding van veel medewerkers bij Senzer …
Het draaide voornamelijk om het aangekondigde -en gemotiveerde niet-verschijnen bij een evaluatiegesprek n.a.v. het plotselinge ontslag bij Business Post.
Gesprekspartner 1, de chef van Business Post, vond het niet nodig te achterhalen wat er nu eigenlijk gebeurd was, de andere kant van het verhaal aanhoren vond hij zonde van de tijd en zelfs het toelichten van zijn plotselinge besluit was hem teveel.
Gesprekspartner 2, de participatiecoach van Senzer, gaf aan dat het gesprek voor haar van belang was, om erachter te komen hoe het nu verder moest. Buiten dit eigenbelang kon of wilde zij geen enkele andere doelstellingen voor dit gesprek noemen. Op vragen of het gesprek wel een open en eerlijk karakter zou krijgen, weigerde zij in te gaan.
“Op vragen of het gesprek wel een open en eerlijk karakter zou krijgen, weigerde zij in te gaan.”
Dat moest wel een erg fijn gesprek worden!
Genoeg aanleiding dus om niet deel te nemen aan dit gesprek, al werd diverse malen gewezen op het verplichte karakter ervan. Het zou de indruk wekken, dat er een open gesprek aan het ontslag ten grondslag heeft gelegen. Dat zou de waarheid wel erg veel geweld hebben aangedaan.
“Niet willen meewerken aan activiteiten die leiden tot arbeidsinschakeling en bijstandsonafhankelijkheid“, is het verwijt. Strafmaatregel: een maand geen uitkering. Dat de bijstand een vangnet is om in de minimale levensbehoeften te voorzien, doet er even niet meer toe. Gelukkig is het mogelijk hiertegen in verweer te komen middels een bezwaarschrift. De maatregel wordt wel ‘alvast’ in gang gezet, waardoor een maand verloopt zonder uitkering.
Na twee maanden wachten, komt er een reactie op het bezwaarschrift in de vorm van een brief, ondertekend door de participatiecoach, namens de directeur van Senzer en het college van burgemeester en wethouders van gemeente Helmond. In de brief staat, dat de maatregel is ingetrokken, “omdat de deelname aan het arbeidstoeleidend traject niet schriftelijk via een beschikking is bevestigd“.
In normaal Nederlands: als een gesprek zó belangrijk is, dat iemand ervoor gekort kan worden op zijn uitkering door niet aanwezig te zijn, dan moet de communicatie over dat gesprek in orde zijn geweest. Dat was dus niet het geval.
Dat het niet van harte is gegaan, blijkt uit het vervolg van de regel in de brief: “… ben ik genoodzaakt de opgelegde maatregel in te trekken“. Op dringend advies van de juriste zal de participatiecoach dit besluit hebben genomen, met heel veel tegenzin. De brief van de juriste, die een paar dagen later binnenkomt, met het verzoek het bezwaar in te trekken, was een stuk duidelijker: “Naar aanleiding van uw bezwaarschrift heeft er een heroverweging plaatsgevonden en is er besloten de maatregel in te trekken. Dat is gebeurd in het besluit ...”
“Op dringend advies van de juriste zal de participatiecoach dit besluit hebben genomen, met heel veel tegenzin.”
Er is geen spoor te bekennen van iets wat op een excuus lijkt. Vanwege de slechte communicatie. Vanwege het onterecht innemen van het volledige inkomen gedurende een maand. Vanwege het veroorzaken van veel overlast, waardoor een hoop tijd verloren is gegaan aan onderling geneuzel.
In plaats daarvan, vindt de participatiecoach het nodig om nog even op haar strepen te gaan staan. Want, zo meldt zij in de brief: de noodzaak van het intrekken van de maatregel, verandert niets aan het feit, dat Senzer het vertoonde gedrag als niet acceptabel beschouwt.
Senzer laat zich bij monde van deze participatiecoach weer van de bekende arrogante kant zien. In plaats van de hand in eigen boezem te steken en de eigen fouten te erkennen, kan ze het niet laten zich ver boven de ander te verheffen en laat ze onomwonden weten, dat niet Senzer maar haar cliënt volledig verkeerd bezig is geweest.
“Senzer laat zich bij monde van deze participatiecoach
weer van de bekende arrogante kant zien …”