Kan de gemeente zomaar alles verplichten?

Bij deelname aan een, door de gemeente aangeboden, cursus wordt gesteld, dat alle onderdelen van de cursus verplicht zijn.  Maar kan dat zomaar?

In de participatiewet staan drie plichten, die te maken hebben met werk, waar iemand met een bijstandsuitkering aan moet voldoen. Deze kun je vinden in artikel 9 lid 1 van de participatiewet:

1: naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, te verkrijgen, deze te aanvaarden en te behouden, waaronder begrepen registratie als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 30b, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

2: gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en, indien van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a;

3: naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

Punt voor punt gaan we deze plichten eens analyseren en tegen het licht houden met betrekking tot werkzaamheden, die gemeenten nogal eens als verplichte kost presenteren. We stellen ons daarbij de volgende vragen:
-om wat voor werk gaat het eigenlijk en
-wat moet de bijstandsgerechtigde vervolgens hiermee doen?

1. Algemeen geaccepteerde arbeid

Bij punt 1 gaat het om algemeen geaccepteerde arbeid. Omdat hierbij niet over verdringing op de arbeidsmarkt wordt gesproken, kunnen we ervan uitgaan dat het hier gaat om betaalde arbeid. Het belangrijkste kenmerk van algemeen geaccepteerde arbeid is dat er een vergoeding tegenover staat, ter hoogte van minstens het minimum loon.
Een stage of proefplaatsing kan nooit onder dit punt vallen, omdat er geen salaris tegenover staat. Dat het hierbij om algemeen geaccepteerde arbeid zou gaan, klopt dus niet. Dat de uitkering een verkapt salaris zou zijn is natuurlijk onzin: een uitkering is een sociale voorziening, waar je recht op hebt, geen salaris.
Deze arbeid moet naar vermogen worden verkregen, aanvaard en behouden. Het gaat dus niet om ieder willekeurig baantje, maar om werk dat binnen je vermogen ligt. De slogan “alle werk is passend” strookt niet met deze verplichting en kan naar het rijk der fabelen worden verwezen.

2. Aangeboden voorzieningen

Punt 2 gaat over voorzieningen die de gemeente aanbiedt. Deze voorzieningen moeten te maken hebben met arbeidsinschakeling.  Als bepaalde activiteiten die behoren bij de cursus niets te maken hebben met arbeidsinschakeling, denk aan een creatieve middag om de zinnen te verzetten, dan kan het verplichte karakter ervan wel achterwege worden gelaten.
Heeft het wel met arbeidsinschakeling te maken, dan ben je verplicht om van deze voorziening gebruik te maken. Er staat niet bij hoe vaak. Er staat zeker niet dat je perse altijd van alle voorzieningen gebruik moet maken. Dat maakt het bij voorbaat lastig om hier eventueel een sanctie aan te verbinden. Het is moeilijk te beoordelen of iemand geen of te weinig gebruik heeft gemaakt van een voorziening. Als onderdelen van de cursus onder deze voorzieningen zouden vallen, dan kunnen nooit álle onderdelen verplicht worden gesteld.


De slogan “alle werk is passend” strookt niet met deze verplichting en kan naar het rijk der fabelen worden verwezen.


3. Maatschappelijk nuttige werkzaamheden

Bij punt 3 gaat het om werkzaamheden, die niet tot verdringing op de arbeidsmarkt zullen leiden. Het is duidelijk, dat het hier gaat om onbetaald werk,  een soort tegenprestatie voor het ontvangen van de uitkering, een verplichte vorm van vrijwilligerswerk in zoverre dat mogelijk is. Het werk moet nuttig zijn voor de maatschappij en het moet binnen het vermogen van betreffende persoon liggen. Voldoet het aan deze eisen, dan kan de gemeente iemand verplichten deze werkzaamheden te verrichten
Ook hier kan geen sprake zijn van een stage of een proefplaatsing. Stage is voor studenten, die met een studie bezig zijn en met een opdracht de praktijk ingaan. Een proefplaatsing heeft meestal niets met nuttige maatschappelijke werkzaamheden te maken en leidt heel vaak juist wel tot verdringing op de arbeidsmarkt. De conclusie is duidelijk.

Conclusie

De gemeente van de cursus beroept zich veel te gemakkelijk op de participatiewet om haar opgelegde verplichtingen te verdedigen. Als de gemeente beweert dat je ergens toe verplicht bent en zich hierbij beroept op de participatiewet dan hoeft dit lang niet altijd zo te zijn. Het is absoluut niet zo, dat je door het ontvangen van een uitkering, zomaar van alles kan worden opgelegd. Er zijn rechten, waardoor je niet hoeft op te draaien voor alle plichten, die de gemeente je zomaar denkt te kunnen opleggen!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *